Voorspellingen van de profeten over de leider der profeten.
Alle lof zij Allah (subhanahu wa ta’ala) de almachtige, de transcendente alwetende; alle lof zij Allah die de duisternis der nachten niet verbergt; alle lof zij Allah die de ‘eerste’ bergen van bestraffing heeft gezonden; dus glorie zij hem; [van] een grote god die zonden vergeeft en zich niet druk maakt daarover.
Ik getuig dat er geen god is behalve Allah, Hij is enig, zonder deelgenoten, zonder gelijke, en zonder gelijkenis, zonder een zoon, en er is geen voorbeeld van hem. Hiermee leven wij en hiermee sterven wij. En hiermee ontmoeten wij Allah (subhanahu wa ta’ala) en hiermee bereiken wij onze doelen.
Ik getuig dat onze meester, onze grote leider, onze rolmodel en onze oogappel: Mohammed ibn Abdullah (salallahu alayhi wa salam) zijn trouwe dienaar is alsook zijn ware boodschapper, en ook zijn gekozene van zijn schepping, alsook zijn vriend; wie gehoorzaam is aan de boodschapper van Allah, is reeds gehoorzaam aan Allah; en wie ongehoorzaam is aan allebei, doet niemand kwaad dan zichzelve en kan Allah niet eens in het geringste kwaad doen!
Moge Allah’s zegeningen en vrede met hem (salallahu alayhi wa salam) zijn, met zijn vrome en pure nakomelingen, zijn schitterende metgezellen en allen die hen volgen, in al het goede tot de laatste dag!
Ammaa ba’d:
O dienaren van Allah! Vrees Allah de allerhoogste! Ik adviseer jullie en mezelf om godvrezend te zijn jegens Allah de almachtige. En haast u tot de vergeving van uw heer en een paradijs dat zo groot is als de hemelen en de aarde, voorbereid voor de vromen. En vreest het vuur dat voorbereid is voor de ongelovigen. En gehoorzaam Allah en zijn boodschapper zodat jullie kunnen slagen, want voorwaar! Allah heeft bepaalde zaken geboden, doe ze dan, en hij heeft bepaalde zaken verboden, laat ze dan.
En Allah, de allerhoogste, heeft gesproken in zijn heilige woord, de glorieuze Quran.
Ik zoek mijn toevlucht bij Allah tegen de vervloekte satan; in naam van Allah de meest barmhartige, de meest genadevolle:
Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah Ali-Imran, vers 81:
[81] En (denk er aan) toen allah het verbond van de profeten maakte en zei: “wat ik jullie ook geef van een boek en wijsheid en dan komt er een boodschapper naar jullie toe die bevestigt wat er met jullie is; jullie zullen in hem geloven en zullen hem steunen.” hij [allah] zei: “hebben jullie dat bevestigd en en daarop de eed aan mij erkend en op jullie genomen?” ze zeiden: “we hebben het bevestigd.” Hij [Allah] zei: ‘getuig dan, en ik ben met jullie onder de getuigen.’
Geachte broeders en zusters:. Dit is de 2e khutbah van Rabiul-Awwal, 1446-hijri. Dit is de maand van onze geliefde Mohammad Mustafa (salallahu alayhi wa salam). Moge Allah ons de “taufiek” geven om hem waarlijk lief te hebben en te gehoorzamen in al onze daden, in shaa Allah, amien…
Ons onderwerp vandaag gaat over de voorspelling van de profeten omtrent de leider der boodschappers, onze meester Mohammed (salallahu alayhi wa salam).
Voordat ik de overlevering van “al-Hakim” vertel uit zijn boek: al-Mustadrak, waarin hij zegt over Allah (subhanahu wa ta’ala) dat er niets is zoals Hij, en dat Hij geen geest is, geen lichaam heeft en niet beschreven kan worden door de kenmerken/eigenschappen van het lichaam. En dat de hand, al is het vermeld in verband met Allah in de Qur’an en Hadith, niet de betekenis daarvan heeft (dus de ledematen), maar het is puur symbolische taal.
Al-Hakim heeft in zijn Mustadrak overgeleverd dat ‘Umar ibn al-Khattab (radi allahu anhu) zei dat de boodschapper van Allah zei: “toen Adam bewust was van z’n fout, zei hij: ‘o mijn Heer, ik vraag u met het recht van Mohammed, dat u mij vergeeft.’ Allah zei: “o Adam, hoe heb je Mohammed gekend, terwijl ik heb hem nog niet heb geschapen?” (en Allah heeft kennis van alle zaken en niets is voor hem verborgen). Adam zei: “o Heer, toen u mij met uw hand schiep en in mij de geest blies vanuit uw geest (dus toen U de engel beval, en de engel blies de geest geëerd door u), hief ik mijn hoofd op en zag op de omlijning van de troon geschreven: laa ilaaha illallah – muhammadur rasoelullah [er is geen god behalve Allah – Mohammed is de boodschapper van Allah]. En ik wist dat u niets aan uw naam, behalve de meest geliefde schepping voor u. En Allah zei: je hebt de waarheid gesproken; o Adam! Waarlijk! Hij is de meeste geliefde bij mij in de schepping, en sinds jij mij vroeg met zijn recht, heb ik jou vergeven.”
O Allah, vergeef ons door het recht van Mohammed, (saws) o meest genadige van de genadigen.
Voorspellingen in vorige geschriften; dat is het bewijs van de ondersteuning van de vorige profeten en boodschappers aan de heilige profeet Mohammad (salallahu alayhi wa salam).
Broeders in het geloof, Allah (subhanahu wa ta’ala) beval het geloof in zijn profeet Mohammed (salallahu alayhi wa salam) in de Torah en de Indjiel. De almachtige zegt in surat al-A’raaf, vers 157:
[157] “degenen die de boodschapper volgen, de ongeletterde profeet, die zij vermeld vinden in hun eigen (geschriften), in de Torah en het Evangelie; hij gebiedt hun het goede en verbiedt hen het kwade; hij laat hen als wettig toe wat goed en zuiver is en verbiedt hen wat slecht en onrein is; hij bevrijdt hen van hun zware lasten en van de jukken die op hen rustten. Dus degenen die in hem geloven, hem eren, hem helpen en het licht volgen dat met hem is neergezonden; zij zijn het die voorspoedig zullen zijn.”
Imam Ahmad heeft overgeleverd dat een man van de bedoeïen Arabieren zei: “ik bracht goederen naar Medina tijdens het leven van de boodschapper van Allah (salallahu alayhi wa salam), en toen ik klaar was met verkopen, zei ik: “laat me naar deze man (de profeet) gaan luisteren en horen (wat hij zegt).” Hij zei: “je moest me zien lopen tussen abu Bakr en ‘Umar. En ik volgde hen totdat ze een Joodse man tegen kwamen die de Torah las en zichzelf ermee troostte voor zijn zoon die stervende was als de beste en mooiste jongen
De boodschapper van Allah (salallahu alayhi wa salam) zei: “ik lofprijs voor jou degene die de Torah heeft geopenbaard. Vind je in je boek iemand van mijn karakter en mijn beschrijving? En de man zei (schuddend met zijn hoofd), nee. Maar zijn zoon zei: “ik zweer bij hem die de Torah heeft geopenbaard; voorzeker vinden wij in ons boek jouw karakter en jouw beschrijving, en ik getuig dat er geen god is dan Allah en dat jij de boodschapper van Allah bent.” de profeet zei: “verwijder de Jood van jullie broeder.” Toen wikkelde hij hem in zijn lijkkleed (kafan) en bad over hem (onze heilige profeet beval hem te omhullen en over hem te bidden, omdat hij als moslim stierf).
De almachtige god heeft alle profeten bevolen om in de profeet Mohammed (salallahu alayhi wa salam) te geloven. En de profeten hebben het gepredikt en bevolen het te volgen.
Al-Bukhari heeft overgeleverd dat ibn ‘Abbas (radi allahu anhu) zei: “Allah stuurde geen profeet, behalve om het verbond op hem vast te leggen: als hij Mohammed (salallahu alayhi wa salam) stuurde terwijl hij leefde om in hem te geloven en hem te ondersteunen, dan hij beval hem om het verbond op zijn volgelingen (ummah) vast te leggen. Als Mohammed (vzmh) werd gezonden terwijl ze leefden om in hem te geloven, hem te ondersteunen en hem te volgen.”
En Ibrahim al-Khaliel, (alayhi salaam), toen hij klaar was met de bouw van de Ka’bah, zei hij wat Allah (subhanahu wa ta’ala) de verhevene over hem vermeldde in surah al-Baqarah, vers 129:
“onze heer en stuur hen een boodschapper van hen om uw verzen (tekenen) aan hen te reciteren (presenteren) en hen het boek en de wijsheid te onderwijzen en hen te reinigen. Voorwaar! U bent de almachtige, de alwijze.”
En imam Ahmad heeft overgeleverd dat Abu Umama zei: “ik zei: ‘o profeet van Allah, wat was uw inwijding [het begin van uw zaak/missie]?’ Hij zei: de du’a van mijn vader Ibrahim (alayhi salaam) en het goede nieuws van Jezus, de zoon van Maria. En dat is wat vermeld staat in surat al-Saff, in woord van Allah de verhevene, waarin hij vertelt over onze meester Jezus (Isa ibn Maryam (alayhi salaam)) en ik geef blijde tijding van een boodschapper die na mij zal komen genaamd Ahmed.
Moge Allah’s zegeningen zijn op Mohammed, zo een “salaat” waarmee hij onze behoeften vervult, onze problemen verwijdert en het voor ons voldoende maakt tegen het kwaad van onze vijanden. En salutaties aan hem, zijn vrome familie en sahabah met veel vrede.
Moge Allah onze broeders en zusters in Gaza, in Rafah en overal ter wereld die in marteling en ellende verkeren, compenseren met algehele vergiffenis en shahadah. Alsook iedere gelovige die geduldig heeft volgehouden in deze wereld omwille van Allah (subhanahu wa ta’ala).
Amien yaa rabbal alemien!