Samenvatting Jummah Khutbah 2 augustus 2024

De zuivering van het zelf (de nafs).

Alle lof zij Allah (subhanahu wa ta’ala), de heer der werelden; wij prijzen hem en smeken zijn hulp en vergiffenis; wij geloven in hem en stellen geheel onze vertrouwen op hem; wij smeken Allah’s bescherming tegen het kwaad in ons zelf en de kwade gevolgen van onze daden. Wie Allah recht leidt kan door niemand misleid worden en wie hij laat om te dwalen kan door niemand  geleid worden.

Ik getuig dat er geen ander god is behalve Allah (subhanahu wa ta’ala); Hij is enig zonder genoten; er is geen gelijk aan Hem; geen gelijkenis van Hem; geen zoon heeft Hij en er is niets dat op Hem lijkt. En ik getuig dat onze leider, onze profeet, Muhammad Mustafa (salallahu alayhi wa salam) de knecht is van Allah en zijn ware boodschapper. Hij was gezonden naar de gehele mensheid (in het bijzonder) en naar de gehele schepping (in het algemeen), als aankondiger van een blijde boodschap en als waarschuwer alvoor de dag des oordeels.

Wie gehoorzaam is aan de boodschapper van Allah, is reeds gehoorzaam aan Allah, en wie opstandig en ongehoorzaam is aan Allah en zijn boodschapper doet niemand kwaad dan zichzelve, en kan Allah niet eens in het geringste kwaad doen.

Moge de vrede, zegeningen en salutaties van Allah met hem zijn. En met zijn vrome en pure nakomelingen en zijn schitterende metgezellen. En allen die in hun voetsporen volgen in al het goede tot op de laatste dag; en veel meer salutaties hierna. (ammaa ba’d):

O dienaren van Allah (subhanahu wa ta’ala)! Vreest Allah en wees voorzichtig met uw plicht jegens Allah; jegens zijn geboden en verboden; en ik adviseer jullie en mezelf om godvrezend te zijn jegens Allah – de heer van macht en majesteit; want voorwaar! Allah heeft bepaalde zaken bevolen, doe ze dan; en hij heeft bepaalde zaken verboden, laat ze dan.

En Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft gesproken in zijn eeuwige woord, de glorieuze Qur’an, in surah Abasa (80) vers 1-7:

[1] hij fronste en wendde zich af.

[2] daar er een blinde man tot hem kwam.

[3] en wat kon u laten weten dat hij misschien zich zou laten louteren/ zuiveren.

[4] of hij kwam om raad, en die raad zou hem van nut kunnen zijn.

[5] maar aan hem, die onverschillig is

[6] aan hem schenkt gij uw aandacht,

[7] hoewel gij er niet voor aansprakelijk bent als hij zich niet loutert.

Deze vers is voldoende met betrekking tot een lid van de Quraysh die de profeet had gehoopt tot de islam te brengen. Je geef je aandacht aan hem en er is aan jou  geen schuld als hij zich niet loutert (niet groeit in spiritualiteit).

Broeders en zusters in islam!

Het verhaal in de bovenstaande verzen gaat over de profeet Mohammed (salallahu alayhi wa salam), die sprak met een invloedrijke lid van de Quraysh. De profeet had gehoopt hem te verlichten met de islam. Gedurende deze tijd benaderde een metgezel die blind was (Abdallah ibn Umm Maktoum) de profeet en onderbrak hem op zoek naar tazkiyah (spiritueel gewin en begeleiding). De profeet fronste zijn wenkbrauwen en wendde zijn gezicht af van Abdullah. Als reactie op deze actie van de profeet openbaarde Allah (subhanahu wa ta’ala) surah Abasa waarin de profeet werd aangesproken over iemand die tazkiyah (reiniging) zocht.

Afgezien van de les die we hebben geleerd om geen spirituele vermaning achter te houden voor wie ernaar zoekt, is het ontdekken van de unieke en speciale positie die Allah (subhanahu wa ta’ala) op tazkiyah heeft geplaatst.

Tazkiyah is een van de spirituele doelen van het islamitische geloof. Dit feit wordt duidelijk doordat Allah (subhanahu wa ta’ala) zijn profeet de niet fronsende les gaf. In eerste instantie, bijvoorbeeld, richt Allah zich tot de profeet Mohammed (salallahu alayhi wa salam):

“maar wat zou je kunnen zeggen [oh Mohammed] dat hij [de blinde man] misschien zou groeien in spiritualiteit (yazzakka).” 

Deze ondervraging van de profeet (salallahu alayhi wa salam) over zijn levering van “tazkiyah” aan de blinde man is een duidelijk bewijs dat aantoont dat “tazkiyah” een zaak is met een cruciale plaats en waarde voor Allah (subhanahu wa ta’ala).

In het tweede geval, op een vergelijkbare manier als in het eerste geval, stelt Allah de levering van tazkiyah door de profeet voortdurend aan de arrogante persoon: 

“en wat betreft hij die denkt dat hij zelfgenoegzaam is, aan hem geef je aandacht en niet aan jou [is enige schuld] als hij niet groeide in spiritueel begrip, yazzakka.”

In die twee gevallen is de zware eis van Allah gericht op tazkiyah en de manier waarop de profeet (vrede zij met hem) deze levert. Er is dus een onmiskenbare aanwijzing van de omvang en betekenis van tazkiyah voor Allah (subhanahu wa ta’ala) en dus voor het islamitische geloof en het dagelijks leven van moslims.

Als tazkiyah zo centraal en dierbaar is voor Allah, moet een gelovige zeker elegant handelen om het te bereiken door de nabijheid tot Allah te zoeken bij het uitvoeren van zikr, nachtgebeden, het lezen, begrijpen en toepassen van de Quran. Degenen die geliefd willen worden bij Allah (subhanahu wa ta’ala) en succes willen behalen in deze wereld en in het hiernamaals, moeten groeien (en nooit ophouden) met het observeren en beoefenen van tazkiyah. Dit feit wordt heel duidelijk als Allah zijn claim over tazkiyah maakt in de volgende verzen:

“waarlijk, hij slaagt die het zuivert (zakkaha, dus de nafs of dierlijke zelf). En hij faalt die het bederft.”

Voorafgaand deze twee belangrijke verzen zwoer Allah zeven keer, waarbij hij de culminerende belofte benadrukte dat het tazkiyah is, die een belangrijke rol speelt in het succes van de gelovige. Hier is de vertaling van surah ash-Shams (91) vers 1 t/m 10:

[01] bij de zon en haar licht

[02] en bij de maan als zij hem volgt

[03) en bij de dag zoals die zijn glorie laat zien

[04] en bij de nacht, wanneer hij haar bedekt

[05] en bij de hemel en haar schepping

[06] en bij de aarde en haar uitgestrektheid

[07] en bij de zelf en haar volmaaktheid

[08] hij openbaarde haar wat slecht is en wat goed is voor haar

[09] voorwaar, geslaagd is hij die haar loutert

[10] en hij faalt die haar bederft!

Ibn Abbas (radi allahu anhu) heeft overgeleverd dat wanneer de boodschapper van Allah dit vers las (“voorwaar, hij slaagt die haar zuivert, en hij faalt die haar bederft!”), hij stopte met reciteren en zei:

“O Allah, geef aan mijn innerlijke zelf (nafs) haar vroomheid (taqwaha); want voorwaar! U bent haar beschermer en haar meester, en de beste zuiveraar.”

De boodschappers van Allah, alsmede de geleerde mannen en vrouwen die rijk zijn aan spiritualiteit, vroomheid en leiding, zijn de ware leraren die de mensheid helpen tazkiyah te bereiken.

De herinnering aan Allah (zikrullah):

Eén van de belangrijkste bestanddelen van tazkiyah is zikrullah

(herinnering aan Allah). Zikrullah (of gewoon zikr) is een term die wordt gebruikt om een verzameling manieren te weergeven waarop een moslim Allah gedenkt en nabijheid tot Allah bereikt in zijn hart en zichzelf. Het woord herinneren alleen weerspiegelt niet de betekenis van het woord zikr. Zikr is dus meer dan het herinneren van iets in het geheugen. Zikr is een opleidingsinstituut dat helpt bij het ontwikkelen van mensen met een verlicht hart. Constant bezig zijn met Allah (subhanahu wa ta’ala) en zijn eigenschappen.

Allah (subhanahu wa ta’ala) vermeldt in surah ar-Ra’d vers 27-28:

[27] zeg: “voorwaar, Allah laat dwalen wie Hij wil, maar Hij leidt degenen die zich in berouw tot Hem wenden;

[28] degenen die geloven en wier harten tot rust komen in de gedachtenis van Allah; want zonder twijfel! In de gedachtenis van Allah komen de harten tot rust.

Verder heeft onze heilige profeet (salallahu alayhi wa salam) gezegd:

“het geloof van een dienaar (aanbidder) zal niet juist, volledig en oprecht zijn, tenzij zijn hart recht is (mustaqeem, d.w.z. volledig bezig met het liefhebben van Allah. Liefdevol en gehoorzaam zijn aan Allah en volledige afkeer hebben om Hem ongehoorzaam te zijn).”

Shaddad ibn Aws heeft overgeleverd dat de profeet (salallahu alayhi wa salam) in salaah (gebed) aan Allah vroeg om een hart vol ontzag voor hem, vrij van de drang en opwinding van zondes, zeggende:

“ik vraag U, o Allah!, om een goed hart.”

De 99 nobele eigenschappen van Allah (subhanahu wa ta’ala) zijn de hemel van spirituele verrijking. Elke nobele eigenschap is een instelling die over Allah spreekt. Een ware gelovige houdt meer van Allah dan van wat dan ook. Daarom zullen deze nobele eigenschappen een persoon in staat stellen betrouwbaar, eervol, wijs, weldadig en succesvol te zijn, alsook nederig en met ontzag voor Allah. Als gevolg van deze kennis en het nauwgezet volgen van Allah’s eigenschappen, worden rechtvaardige daden natuurlijk in een persoon en worden slechte daden zeldzaam. Dit resultaat komt voort uit de reflecties en diepe kennis van Allah (subhanahu wa ta’ala) en zijn eigenschappen.

Een moslim kan een verandering in zijn hart bewerkstelligen door het mechanisme van zikr. Allah (subhanahu wa ta’ala) biedt een verscheidenheid aan middelen om vroomheid, rust, nederigheid en eerbied te bereiken. Een manier om te beginnen met het doen van zikr is door te beginnen met het verbinden van je hart aan Allah en door het te koppelen aan zijn leiding.

De profeet (salallahu alayhi wa salam) zei: 

“voorwaar, in het lichaam is een stukje vlees, en als het goed/gelouterd is, dan zal het hele lichaam goed/gelouterd zijn; en als het slecht/ verderft is, zal het hele lichaam slecht/ verderft zijn; voorwaar!, dit is het hart.”

Wanneer het hart is gereinigd van alle ondeugden en verlicht is door de licht en leiding van Allah, zal de rest van het lichaam en alle zintuigen dienovereenkomstig volgen. Bovendien wees de profeet  (saws) op de belangrijke rol van het geloof in het hart, toen hij zei:

“voorwaar, het geloof in uw hart verslijt, net als kleren. Vraag Allah dus om het geloof in jullie harten te vernieuwen.”

De “zakir” (degene die zikr doet) maakt gebruik van de tekenen van Allah in zijn scheppingen als middel tot herinnering en contemplatie.

Enkele eigenschappen:

De genadevolle (al-rahim),

De wijze (al-hakim),

De zuivere (al-qadir),

De bekwame (al-qadir),

De heerschappij/koning (al-malik),

De machtige (al-aziz),

De verhevene (al-a’la),

Dit zijn enkele van de eigenschappen waaruit de geestelijke voeding van een vrome gelovige wordt geput.

Moge Allah ons deelachtig maken van het eeuwig paradijs, zodat wij het eeuwige geluk mogen proeven, ameen!

Moge Allah onze broeders en zusters in Gaza, in Rafah en overal ter wereld die in marteling en ellende verkeren, compenseren met algehele vergiffenis en shahadah. Alsook iedere gelovige die geduldig heeft volgehouden in deze wereld omwille van Allah (subhanahu wa ta’ala).

Ameen – yaa rabbal-aalemien!