Samenvatting Jummah Khutbah 4-10-2024

Het geloof in god en de zegen van het profeetschap.

Alle lof zij Allah, de heer der werelden. Wij prijzen hem en smeken zijn hulp en vergiffenis. Wij geloven in Hem en stellen geheel onze vertrouwen op Hem. En wij smeken Allah’s bescherming tegen het kwaad in onszelf en de kwade gevolgen van onze daden. Wie Allah recht leidt, kan door niemand misleid worden. En wie hij laat om te dwalen kan door niemand  geleid worden.

Ik getuig dat er geen andere god is naast Allah (subhanahu wa ta’ala). Hij is enig, zonder deelgenoten, zonder gelijke, noch gelijkenis. Geen zoon heeft hij, noch metgezel en er is niets dat op hem lijkt.   

En ik getuig dat onze leider, onze meester, en onze profeet: Mohammed Mustafa (salallahu alayhi wa salam) de trouwe dienaar is van Allah, alsook Zijn ware boodschapper. Hij was gezonden naar alle mensen in het bijzonder en naar de gehele schepping in het algemeen. Als een voorbode van blijde tijding, en als waarschuwer alvoor de dag des oordeels!

Wie gehoorzaam is aan de boodschapper van Allah, is reeds gehoorzaam aan Allah. En wie ongehoorzaam is aan Allah en zijn boodschapper, doet niemand kwaad dan zichzelf en kan Allah niet eens in het geringste kwaad doen.

Moge de vrede, zegeningen en salutaties van Allah met hem zijn, zijn vrome en pure nakomelingen, zijn schitterende metgezellen, en allen die in hun voetsporen volgen, in al het goede tot op de laatste dag. En veel meer salutaties hierna.

Ammaa ba’d (voor wat nu volgt)

O dienaren van Allah! Vreest Allah de allerhoogste! Ik adviseer jullie en mezelf om godvrezend te zijn, jegens Allah de heer van macht en glorie; want voorwaar! Allah heeft bepaalde zaken geboden, doe ze dan;  en hij heeft bepaalde zaken verboden, laat ze dan. Allah is het, die de Qur’an in het hart van zijn geliefde profeet Mohammed (salallahu alayhi wa salam) heeft neergedaald, in zijn eeuwig oude woord, de gezegende Qur’an.  

Ik zoek mijn toevlucht bij Allah tegen de vervloekte satan; in naam van Allah de meest barmhartige, de meest genadevolle:

Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah Nisaa, vers 165:

[165] En boodschappers, welke wij reeds hebben genoemd en boodschappers, welke wij u niet hebben genoemd en Allah sprak openlijk tot Musah.

Geachte broeders en zusters!

Mohammad (salallahu alayhi wa salam) is de zegel der profeten!

We leven in een wereld van dualiteit. Van tweevoudige realiteit. De “zahir” (zichtbare) en de “batin” (verborgen) realiteit.

De kern van de zaak is direct vermeld in het begin  van de laatste openbaring: “allaziena yu’minoona bil-ghaib” (zij die geloven in de onzichtbare realiteit). Dat is de eerste eigenschap van de “muttaqien” (degenen die het kwaad vermijden). Alleen zij kunnen profiteren van de leiding van de schepper, Allah (subhanahu wa ta’ala).

De profeten zijn grootmeesters en leiders en het contact met de schepper van het heelal en de onzichtbare werelden vanwaar de engelen komen met de leiding voor de gehele mensheid. Onze heilige profeet Mohammed (salallahu alayhi wa salam) is gekomen, niet alleen als de laatste boodschapper, maar ook als bevestiger van de boodschap en de leringen van alle voorgaande profeten en boodschappers.

De taak voor de mens is groot, omdat hij onder andere niet alleen begiftigd is met een groot verstand om kennis te vergaren, meer dan alle wezens op aarde, maar ook heeft hij de gigantische taak om zijn ego (nafs) te beheren en te onderwerpen aan de goddelijke wil. Een taak, zo groot, dat de beloning gigantisch is als hij slaagt; en waarvan de bestraffing ook gigantisch is, als hij faalt!

Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah Shams, vers 8-10:

[08] hij openbaarde aan haar wat slecht en wat goed (voor haar) is,

[09] voorwaar, geslaagd is hij die haar loutert

[10] en hij faalt, die haar te gronde richt (corrumpeert).

De profeten zijn de grote zegen en genade van Allah (subhanahu wa ta’ala) aan de mensen om hen te helpen succes te boeken. Maar de mens moet zelf kiezen tussen goed en kwaad. Hier volgt het argument van Allah:

Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah Nisaa, vers 165-170:

[165] boodschappers, die zowel goed nieuws alsook waarschuwingen gaven,  zodat de mensen geen sterke argumentatie tegen Allah zullen hebben, na de komst van de boodschappers. En Allah is almachtig en wijs.

[166] maar Allah getuigt van wat hij u heeft geopenbaard; hij heeft het neergezonden ,met zijn kennis, en de engelen getuigen en Allah is genoeg als een getuige.

[167] zij die ongelovig zijn en (anderen) van het pad van Allah weerhouden zijn ver afgedwaald,

[168] zij die ongelovig zijn en onrecht (kwaad) doen, Allah zal hen niet vergeven en hen naar geen weg leiden

[169] dan de weg van hel, waarin zij voor eeuwig zullen blijven; en dat is makkelijk voor Allah.

[170] o mensen! De boodschapper heeft jullie de waarheid van jullie heer gebracht, dus geloof (daarin) en dat is goed voor jullie; en als jullie gelovig zijn, dan voorwaar! Tot Allah behoort alles wat er in de hemelen en op aarde is; en Allah is alwetend, alwijs.

Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah Ra’d, vers 38:

[38] En wij stuurden boodschappers vóór u en gaven hen vrouwen (echtgenoten) en kinderen, en het is niet aan een boodschapper om een teken (wonder) te brengen behalve met de toestemming van Allah.

Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah Ibrahim, vers 09-10:

[09] heeft het verhaal van degenen die jullie vóórgingen jullie niet bereikt? Van het volk van Nuh (alayhi salaam) en Aad en Samoed en degenen (die) na hen kwamen? Niemand kent hen behalve Allah. Tot hen kwamen hun boodschappers met duidelijke tekenen (wonderen), maar zij brachten hun handen voor hun monden en zeiden: “wij verwerpen dat waarmee jullie gekomen zijn en wij zijn wantrouwend en twijfelachtig over dat, waartoe gij ons roept.”

[10] hun boodschappers zeiden: “is er enig twijfel over Allah, de schepper (ontwerper) van de hemelen en de aarde (heelal/universum)? Hij is het die jullie uitnodigt, opdat hij jullie je zonden moge vergeven en om jullie uitstel te geven voor een bepaalde termijn!” zij zeiden: “ah! Jij bent niet meer dan een mens, zoals wij; jij wilt ons afwenden van de goden die onze voorvaderen plachten te aanbidden. En breng ons dan een duidelijk bewijs.”

Allah (subhanahu wa ta’ala)zegt in surah Ahzaab, vers 45-46:

[45] o profeet! Wij hebben u gezonden als een getuige, een drager van blijde tijdingen en als een waarschuwer .

[46] en als een uitnodiger tot Allah met zijn toestemming, en als een laaiende lichtbron.

De mensen zijn gedreven om door hun ego’s (nafs) de “agirah” (het hiernamaals) te verwerpen en de wereld na te jagen.

Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah Room, vers 7:

[7] Zij kennen slechts de schijn van het wereldse leven. En zij zijn onachtzaam over het hiernamaals.

En Hij zegt verder in surah Mo’min, vers 57:

[57] voorzeker, de schepping der hemelen en der aarde is groter dan de schepping der mensen maar de meeste mensen beseffen het niet.

Rasoelullah (salallahu alayhi wa salam) heeft gezegd: “al mijn volgelingen gaan naar het paradijs, behalve hij/zij die weigert. Er werd gezegd: “wie weigert naar het paradijs te gaan, o boodschapper van Allah?. Hij zei: “wie mij gehoorzaamt, gaat naar het paradijs, maar wie mij ongehoorzaam is, heeft geweigerd!”

Het laatste advies van rasoelullah (salallahu alayhi wa salam) op de afscheidsbedevaart:

“Ik heb twee dingen voor jullie achtergelaten welke, als jullie ze stevig vasthouden, jullie nooit meer zullen afdwalen, het boek van Allah en mijn sunnah.”

Moge Allah ons zegenen met de geweldige Qur’an; en moge Hij ons ervan laten profiteren, van de verzen en wijze herinneringen. Voorwaar, Hij is de almachtige, gulle, lieve koning. Goedertierend, lieflijk en genadevol.

Moge Allah onze broeders en zusters in Gaza, in Rafah en overal ter wereld die in marteling en ellende verkeren, compenseren met algehele vergiffenis en shahadah. Alsook iedere gelovige die geduldig heeft volgehouden in deze wereld omwille van Allah (subhanahu wa ta’ala).

Amien yaa rabbal alemien!