‘Amaanah’ (persoonlijke verantwoordelijkheid):
Alle lof zij Allah (subhanahu wa ta’ala), de heer der werelden; wij prijzen hem en smeken zijn hulp en vergiffenis; wij geloven in hem en stellen geheel onze vertrouwen op hem; wij smeken Allah’s bescherming (subhanahu wa ta’ala) tegen het kwaad in ons zelf en de kwade gevolgen van onze daden. Wie Allah (subhanahu wa ta’ala) recht leidt kan door niemand misleid worden en wie hij laat om te dwalen kan door niemand geleid worden.
Ik getuig dat er geen ander god is behalve Allah (subhanahu wa ta’ala); Hij is enig zonder genoten; er is geen gelijk aan Hem; geen gelijkenis van Hem; geen zoon heeft Hij en er is niets dat op Hem lijkt. En ik getuig dat onze leider, onze profeet, Muhammad Mustafa (salallahu alayhi wa salam) de knecht is van Allah (subhanahu wa ta’ala) en zijn ware boodschapper. Hij was gezonden naar de gehele mensheid (in het bijzonder) en naar de gehele schepping (in het algemeen), als aankondiger van een blijde boodschap en als waarschuwer alvoor de dag des oordeels.
Wie gehoorzaam is aan de boodschapper van Allah (salallahu alayhi wa salam), is reeds gehoorzaam aan Allah (subhanahu wa ta’ala), en wie opstandig en ongehoorzaam is aan Allah (subhanahu wa ta’ala) en zijn boodschapper doet niemand kwaad dan zichzelve, en kan Allah (subhanahu wa ta’ala) niet eens in het geringste kwaad doen.
Moge de vrede, zegeningen en salutaties van Allah (subhanahu wa ta’ala) met hem zijn. En met zijn vrome en pure nakomelingen en zijn schitterende metgezellen. En allen die in hun voetsporen volgen in al het goede tot op de laatste dag; en veel meer salutaties hierna. (ammaa ba’d):
O dienaren van Allah (subhanahu wa ta’ala)! Vreest Allah (subhanahu wa ta’ala) en wees voorzichtig met uw plicht jegens Allah (subhanahu wa ta’ala). Ik adviseer jullie en mezelf om godvrezend te zijn jegens Allah (subhanahu wa ta’ala), de heer van macht en majesteit; want voorwaar! Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft bepaalde zaken opgelegd, doe ze dan; en hij heeft bepaalde zaken verboden, laat ze dan. En Allah (subhanahu wa ta’ala) de allerhoogste heeft gesproken in zijn glorieuze woord, de nobele Qur’an, in surah Jāthiyah verzen 66/67/68 en 72/73:
[66]. Op de dag dat hun gezichten in het vuur worden omgedraaid, zullen zij uitroepen: “o! Hadden we Allah (subhanahu wa ta’ala) maar gehoorzaamd en de boodschapper gehoorzaamd!”
[67]. En zij zullen zeggen: “onze heer! We gehoorzaamden onze leiders en elite, maar ze leidden ons op een dwaalspoor van de juiste weg.
[68]. Onze heer! Geef ze het dubbele van de straf en vervloek ze met een grote vervloeking!”
[72]. Waarlijk, wij hadden het vertrouwen aan de hemelen, de aarde en de bergen aangeboden, maar zij weigerden het te dragen, en waren er bang voor. Maar de mens accepteerde het te dragen. Voorwaar! Hij is onrechtvaardig (‘voor zichzelf’) en onwetend (‘van de gevolgen’).
[73]. Zodat Allah (subhanahu wa ta’ala) de huichelachtige mannen en vrouwen en de polytheïstische mannen en vrouwen zal straffen en opdat Allah (subhanahu wa ta’ala) zich in genade zal wenden tot de gelovige mannen en vrouwen. En voorwaar! Allah (subhanahu wa ta’ala) is vergevensgezind, genadevol.
Broeders & zusters in islam!
Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft ieder mens verantwoordelijk ge maakt voor zijn eigen daden. Wat er in de gemeen schap gebeurt zijn allemaal veroorzaakt door personen. De oorlog nu in het Midden-Oosten en al de oorlogen waarin er talloze mensen de daders zijn of slachtoffers of bijstanders, zijn het collectief product van de persoonlijke handelingen van de ver schillende mensen daarbij betrokken. De achter gronden van al deze gebeurtenissen proberen wij te achterhalen. Maar de realiteit is bekent alleen bij Allah (subhanahu wa ta’ala). Vandaar de uitdrukking, herhaald door Allah (subhanahu wa ta’ala) op minstens 12 plaatsen in de Qur’an in surah Taubah vers 105:
[105]. Zeg (hun, o profeet!): “doe wat je wilt. Jullie daden zullen worden waargenomen door Allah (subhanahu wa ta’ala), zijn boodschapper en de gelovigen. En jullie zullen worden teruggebracht naar de kenner van het onzichtbare en het zichtbare, dan zal hij jullie informeren over wat jullie plachten te doen.”
En Allah (subhanahu wa ta’ala) verklaart in surah al-Djaathiyah:
[27] en aan Allah (subhanahu wa ta’ala) behoort het koninkrijk van hemel en aarde; en de dag waarop het uur zal worden bepaald, zullen de “mubtiloen” te gronde gaan, (i.e. Degenen die de koran van ijdelheid beschuldigen).
[28] en gij zult ieder volk geknield zien. Ieder volk zal voor zijn boek van rekenschap geroepen worden: vandaag worden jullie beloond volgens wat jullie plachten te doen.
[29] dit is ons boek. Het spreekt over jullie in waarheid. Wij plachten alles op te nemen (op te schrijven) wat jullie plachten te doen.
[30] wat hen betreft, die geloven en goede daden doen: hun heer zal hen in zijn genade omvatten: dit is de grote overwinning (gelukzaligheid/succes).
[31] en wat betreft de ongelovigen: werden mijn tekenen niet aan jullie voorgedragen? Toen werden jullie hoogmoedig en werden jullie een zondig volk!
En wat betreft ons; de heilige Profeet (salallahu alayhi wa salam) heeft verklaard:
Er zal een tijd komen dat de naties de moslims zullen aanvallen, en ze zullen op dat moment talrijk zijn, maar zwak.
Er is ook een andere bekende hadith overgeleverd door Thauban (radi allahu anhu). Maula van de boodschapper van Allah (salallahu alayhi wa salam), dat hij zei:
“de naties staan op het punt jullie aan te vallen net als hoe de eters worden uitgenodigd naar het banket. Iemand vroeg: is het omdat we klein in aantal zullen zijn? Hij zei: “integendeel, jullie zullen met z’n velen zijn op dat moment, maar jullie zullen als schuim zijn zoals de schuim van de zee, en allah zal de vrees voor jullie wegrukken vanuit de harten van jullie vijanden en Allah (subhanahu wa ta’ala) zal de “wahn” storten in jullie harten. Toen vroeg iemand: wat is “wahn”: o boodschapper van Allah (subhanahu wa ta’ala)!? Hij zei: liefde voor de wereld en haat voor de dood”
Overgeleverd door Ahmad en Abu Dawoed en het is zijn uitspraak. En al-Haythami zegt in zijn verzameling dat de isnaad van Ahmad goed is. En Allah (subhanahu wa ta’ala) weet het beste.