Samenvatting Jummah Khutbah 29-11-2024

Leidt de mensheid, volgt hen niet.

Alle lof zij Allah, de heer der werelden. Wij prijzen hem en smeken zijn hulp en vergiffenis. Wij geloven in Hem en stellen geheel onze vertrouwen op Hem. En wij smeken Allah’s bescherming tegen het kwaad in onszelf en de kwade gevolgen van onze daden. Wie Allah recht leidt, kan door niemand misleid worden. En wie hij laat om te dwalen kan door niemand  geleid worden.

Ik getuig dat er geen andere god is naast Allah (subhanahu wa ta’ala). Hij is enig, zonder deelgenoten, zonder gelijke, noch gelijkenis. Geen zoon heeft hij, noch metgezel en er is niets dat op hem lijkt.  

En ik getuig dat onze leider, onze meester, en onze profeet: Mohammed Mustafa (salallahu alayhi wa salam) de trouwe dienaar is van Allah, alsook Zijn ware boodschapper. Hij was gezonden naar alle mensen in het bijzonder en naar de gehele schepping in het algemeen. Als een voorbode van blijde tijding, en als waarschuwer alvoor de dag des oordeels!

Wie gehoorzaam is aan de boodschapper van Allah, is reeds gehoorzaam aan Allah. En wie ongehoorzaam is aan Allah en zijn boodschapper, doet niemand kwaad dan zichzelf en kan Allah niet eens in het geringste kwaad doen.

Moge de vrede, zegeningen en salutaties van Allah met hem zijn, zijn vrome en pure nakomelingen, zijn schitterende metgezellen, en allen die in hun voetsporen volgen, in al het goede tot op de laatste dag. En veel meer salutaties hierna.

Ammaa ba’d (voor wat nu volgt)

O dienaren van Allah! Vreest Allah de allerhoogste! Ik adviseer jullie en mezelf om godvrezend te zijn, jegens Allah de heer van macht en glorie; want voorwaar! Allah heeft bepaalde zaken geboden, doe ze dan;  en hij heeft bepaalde zaken verboden, laat ze dan. Allah is het, die de Qur’an in het hart van zijn geliefde profeet Mohammed (salallahu alayhi wa salam) heeft neergedaald, in zijn eeuwig oude woord, de gezegende Qur’an. 

Ik zoek mijn toevlucht bij Allah tegen de vervloekte satan; in naam van Allah de meest barmhartige, de meest genadevolle:

Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah an-Nisaa, vers 75:  

[75] En wat is het met jullie, dat jullie niet strijden voor de zaak van Allah en voor de onderdrukten onder de mannen, de vrouwen en de kinderen – die zeggen: “onze heer, neem ons uit deze plaats waarvan de bewoners onderdrukkers zijn en geef ons van uw kant een vriend en geef ons van uw kant een helper.

Geachte broeders en zusters!

Vandaag zullen we het hebben over lessen die de moslim ummah kan leren van de spelers in het werelddrama. Spelers die Allah (subhanahu wa ta’ala) aan ons heeft voorgesteld in Zijn heilige woord. Het is een oproep tot actie voor moslims over de gehele wereld, om te bundelen en in eigen bossom te kijken. Om de broederschap onder ons waar te maken, En de mensen een versie van de islam te laten zien dat hen aantrekt. Nu al, is de volharding van de moslims in Gaza een zodanige inspiratie dat vele mensen heeft aangetrokken tot de islam.

Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft ons gewaarschuwd omtrent de  “yahoed”. Het eerste volk van de oude volkeren die vermeld is in de heilige Qur’an, is het volk van “de kinderen van Israël”. Allah vertelt ons over hen, zodat we hun fouten niet zullen herhalen. Dus zegt Allah in surah al-Baqarah, vers 84-86:

[2:84] en toen wij een verbond met jullie sloten: “jullie zullen je bloed niet vergieten noch jullie volk uit hun huizen verdrijven”, toen hebben jullie dit bekrachtigd en jullie waren er getuige van.

[2:85] toch zijn jullie het volk, dat jullie eigen broeders doodt en een gedeelte van uw volk uit hun huizen verdrijft, en jullie helpen elkaar tegen hen  in zonde en overtreding. En, indien zij als gevangenen tot jullie   terugkomen, kopen jullie hen vrij, terwijl juist  hun verdrijving voor jullie verboden was. Geloven jullie dan slechts in een gedeelte van het boek en verwerpen jullie een ander gedeelte? Er is geen beloning voor degenen onder jullie, die zo handelen, behalve schande in dit leven; en op de dag der opstanding zullen zij de strengste bestraffing ondergaan, want Allah is niet onachtzaam over wat jullie doen.

[2:86] dezen zijn het, die het hiernamaals voor het huidige leven hebben verkocht. Dus zal hun straf niet worden verzacht, noch zullen zij worden geholpen.

Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft ons geïnspireerd met een voordelige handel en met het voorbeeld van de discipelen van Jezus, zoon van Maria (Esa ibn Maryam – alayhi salaam) in surah al-Saff, vers 10-13:

[61:10] o gij die gelooft! Zal ik jullie verwijzen naar een handel die jullie zal redden van een pijnlijke straf?

[61:11] dat jullie geloven in Allah en zijn boodschapper en voor de zaak van Allah met jullie bezit en jullie persoon (leven) strijden. Dat is beter voor jullie  als jullie het maar wisten.

[61:12] hij zal jullie je zonden vergeven en jullie in tuinen leiden waaronder heen (tussendoor) rivieren stromen en tot reine (leuke, mooie) woningen toelaten in tuinen der eeuwigheid. Dat is de grote zegepraal.

[61:13] en nog meer, waarnaar jullie verlangen: de hulp van Allah en een spoedige overwinning! En geef blijde tijding aan de gelovigen.  

En Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt verder in vers 14:

[61.14] o, gij die gelooft! Weest Allah’s helpers, net zoals toen Jezus, zoon van Maria, tot zijn discipelen zei: “wie zijn mijn helpers terwille van Allah?” de discipelen antwoordden: “wij zijn Allah’s helpers!” toen geloofde een deel van de kinderen van Israël, terwijl een ander deel niet geloofde. Toen hielpen wij de gelovigen tegen hun vijand en zij werden overwinnaars.

De kinderen van Israël, vóór de komst van profeet Mohammed (salallahu alayhi wa salam) waren moslims. Mensen die in één god geloven en de profeet van hun tijd geloofden en volgden.

Wat de escalatie van de oorlog betreft, dan zegt Allah (subhanahu wa ta’ala) in surah al-Ma’idah, vers 64:

[5:64] en de joden zeggen: “de hand van Allah is gebonden.” hun handen zijn gebonden en zij zijn vervloekt voor hetgeen zij zeggen. Neen, zijn handen zijn wijd open, hij spendeert, zoals hij wil. En dat wat van uw heer aan u is nedergezonden zal velen hunner in opstandigheid en ongeloof doen toenemen. En wij hebben vijandschap en haat onder hen gezaaid tot aan de dag der opstanding. Telkens wanneer zij het oorlogs-vuur ontsteken, dooft Allah het en zij plegen “fasaad” (wanorde/verderf) op aarde; en Allah houdt niet van de verderf-zaaiers.

Profeet Mohammed (salallahu alayhi wa salam) zei:

“Wie van jullie een kwaad ziet, laat hij het met zijn hand veranderen; en als hij dat niet kan, dan met zijn tong; en als hij dat niet kan, dan met zijn hart – en dat is de zwakste vorm van geloof (“iemaan”).”

Hadieth:

“Een moslim is de broeder van een andere moslim; hij verraadt hem niet, noch laat hem in de steek. Wie zich inzet voor de behoeften van zijn broeder, Allah zal zich inzetten voor zijn behoeften; wie een last van een moslim verlicht, dan zal Allah voor hem een last verlichten op de dag der opstanding.”

Hadieth: 

“Jullie zullen oprechtheid leren kennen als jullie erop uit zijn om slechtheid te voorkomen; en jullie zullen creativiteit erkennen als jullie fouten corrigeren; en jullie zullen moedigheid en karakter begrijpen als jullie het kwaad weerstaan.”

“degene die de fouten van een gelovige beschermt, dan zal Allah zijn fouten beschermen (verbergen) op de dag des oordeels.”

Moge Allah ons doen profiteren van zijn wijze woorden, amien!

Moge Allah ons zegenen met de geweldige Qur’an; en moge Hij ons ervan laten profiteren, van de verzen en wijze herinneringen. Voorwaar, Hij is de almachtige, gulle, lieve koning. Goedertierend, lieflijk en genadevol.

Moge Allah onze broeders en zusters overal ter wereld die in marteling en ellende verkeren, compenseren met algehele vergiffenis en shahadah. Alsook iedere gelovige die geduldig heeft volgehouden in deze wereld omwille van Allah (subhanahu wa ta’ala).

Amien yaa rabbal alemien!