Samenvatting Jummah Khutbah 6-12-2024

Allah’s woord, als commentaar op de “zhoalimeen”.

Alle lof zij Allah, de heer der werelden. Wij prijzen hem en smeken zijn hulp en vergiffenis. Wij geloven in Hem en stellen geheel onze vertrouwen op Hem. En wij smeken Allah’s bescherming tegen het kwaad in onszelf en de kwade gevolgen van onze daden. Wie Allah recht leidt, kan door niemand misleid worden. En wie hij laat om te dwalen kan door niemand  geleid worden.

Ik getuig dat er geen andere god is naast Allah (subhanahu wa ta’ala). Hij is enig, zonder deelgenoten, zonder gelijke, noch gelijkenis. Geen zoon heeft hij, noch metgezel en er is niets dat op hem lijkt.  

En ik getuig dat onze leider, onze meester, en onze profeet: Mohammed Mustafa (salallahu alayhi wa salam) de trouwe dienaar is van Allah, alsook Zijn ware boodschapper. Hij was gezonden naar alle mensen in het bijzonder en naar de gehele schepping in het algemeen. Als een voorbode van blijde tijding, en als waarschuwer alvoor de dag des oordeels!

Wie gehoorzaam is aan de boodschapper van Allah, is reeds gehoorzaam aan Allah. En wie ongehoorzaam is aan Allah en zijn boodschapper, doet niemand kwaad dan zichzelf en kan Allah niet eens in het geringste kwaad doen.

Moge de vrede, zegeningen en salutaties van Allah met hem zijn, zijn vrome en pure nakomelingen, zijn schitterende metgezellen, en allen die in hun voetsporen volgen, in al het goede tot op de laatste dag. En veel meer salutaties hierna.

Ammaa ba’d (voor wat nu volgt)

O dienaren van Allah! Vreest Allah de allerhoogste! Ik adviseer jullie en mezelf om godvrezend te zijn, jegens Allah de heer van macht en glorie; want voorwaar! Allah heeft bepaalde zaken geboden, doe ze dan;  en hij heeft bepaalde zaken verboden, laat ze dan. Allah is het, die de Qur’an in het hart van zijn geliefde profeet Mohammed (salallahu alayhi wa salam) heeft neergedaald, in zijn eeuwig oude woord, de gezegende Qur’an. 

Ik zoek mijn toevlucht bij Allah tegen de vervloekte satan; in naam van Allah de meest barmhartige, de meest genadevolle:

Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt surah Ibrahim, vers 42-43:  

[14:42] en denk niet dat Allah achteloos is omtrent hetgeen de onrechtvaardigen doen. Hij geeft hun slechts uitstel tot de dag waarop zij zullen staren,

[14:43] met opgeheven hoofd zich voorthaastend, terwijl zij hun blik niet kunnen afwen- den en hun harten zijn leeg .

Geachte broeders en zusters!

Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah Saba, vers 28:

[34:28] en wij hebben u slechts gezonden als een brenger van blijde tijdingen en een waarschuwer voor het gehele mensdom (voor alle mensen); maar de meeste mensen begrijpen het niet.

Broeders en zusters. Vandaag hebben we het over wat Allah zegt over de “zhoalimeen” (de onrechtvaardigen, de onderdrukkers en onrechtplegers).

In surah Ibrahim spreekt Allah (subhanahu wa ta’ala) ons aan omtrent de onrechtplegers. Vele gelovigen denken: “waarom doet Allah niets en waarom grijpt Hij niet in, terwijl Hij almachtig is”. We hebben dit ook in het verleden gezien met het volk van Aad en Thamoed en anderen, zoals Shu’aib (alayhi salaam) tot zijn volk sprak, te lezen in surah Hud, vers 89-90:

[11:89] (hij zeide) “o, mijn volk, laat vijandigheid jegens mij u niet er toe leiden, dat hetzelfde u overkomt als hetgeen het volk van Nuh overkwam of het volk van Hud of het volk van Salih; en het volk van Lut is niet ver van u.”

[11:90] “en zoek vergiffenis van uw heer en bekeer u tot Hem. Voorwaar, mijn heer is genadig, liefdevol.”

Hoe komt het dat joden en christenen “claimen” in god te geloven en toch de meest satanische dingen doen in de wereld? Het volk van  Shu’aib (alayhi salaam) geloofde niet eens in god en waren openlijk tegen de geboden. Wat is het verschil tussen de “kuffaar” van toen en de “kuffaar” van nu? Het verschil is: “nifaaq”! In het tweede paragraaf van surah al-Baqara heeft Allah de “kuffaar” beschreven met slechts twee verzen:

[2:6] voorzeker! Zij die (de waarheid) verwerpen, het is hun om het even, of gij hen waarschuwt, of dat gij hen niet waar schuwt – zij zullen niet geloven.

[2.7] Allah heeft hun hart en oren verzegeld en over hun ogen is een sluier; hun wacht een zware bestraffing.

Maar voor de huichelaars heeft Allah (subhanahu wa ta’ala) 13 verzen besteedt om de verschillende eigenschappen van de huichelaars te beschrijven. En Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in vers 14:

[2:14] en wanneer zij de gelovigen ontmoeten, zeggen zij: “wij geloven”, doch wanneer zij naar hun “satanische” leiders gaan, zeggen zij: “wij zijn waarlijk met u, wij spotten  slechts (met hen)”.

Nu is de wapenuitrusting van de volkeren zo ver gevorderd, dat ze letterlijk de wereld zouden kunnen vernietigen, als Allah dat zou toestaan. Ze zijn bang om de kernwapens te gebruiken en toch dreigen ze het te gebruiken. Het kan zijn dat Allah het niet toestaat, maar voorspellingen van de heilige profeet (salallahu alayhi wa salam) duiden erop dat het  gaat gebeuren, als je kijkt naar de hadieth van 99 doden uit 100 in de grootste bloedbad (“al-malhama ul-uzma”) dat het einde zal markeren van de mensheid.

In het laatste paragraaf van surah Ibrahim, vers 42-52 lezen we:

[14:42] en denk niet dat Allah achteloos is omtrent hetgeen de onrechtvaardigen doen. Hij geeft hun slechts uitstel tot de dag waarop zij zullen staren,

[14:43] met opgeheven hoofd zich voorthaastend, terwijl zij hun blik niet kunnen afwen- den en hun harten zijn leeg .

[14:44] en waarschuw de mensen voor de dag waarop kastijding over hen zal komen; dan zullen de onrechtvaardigen zeggen: “onze heer, schenk ons uitstel voor een korte periode. Wij zullen uw roep beantwoorden en de boodschappers volgen.” “hebben jullie voorheen niet gezworen, dat er voor jullie geen ondergang was?”

[14:45] en jullie vertoeven thans in de woonplaatsen van degenen die zichzelf onrecht aandeden en het was jullie duidelijk geworden hoe wij met hen handelden terwijl wij de voorbeelden voor jullie hadden gemaakt.”

[14:46] en zij hadden hun plannen reeds gesmeed maar hun plannen zijn bij Allah, al waren hun plannen zódanig dat er bergen door verzet zouden worden .

[14:47] denk dus niet dat Allah zal falen zijn belofte aan zijn boodschappers te houden: Allah is voorzeker almachtig, heer der vergelding.

[14:48] er komt een dag waarop de hemelen en de aarde zullen worden vervangen door andere hemelen en aarde; en zij (de mensen) allen voor Allah, de ene, de allerhoogste zullen verschijnen.

[14:49] en op die dag zult gij de criminelen in kettingen geklonken zien.

[14:50] hun kleren zullen van pek zijn en het vuur zal hun gezicht omhullen.

[14:51] opdat Allah elk een moge vergelden voor hetgeen zij heeft gedaan. Voorzeker, Allah is snel in het vergelden.

[14:52] dit is een aankondiging voor de mensen opdat zij er door mogen worden gewaarschuwd en opdat zij mogen weten dat hij de enige god is en opdat de lieden van wijsheid en begrip er lering uit mogen trekken.

Hadieth:

De profeet (salallahu alayhi wa salam) zei: “de godsdienst (deen) is gemakkelijk, en niemand zal extreem zijn met de “deen” of het zal hem overrompelen. Dus wees streng (sterk) en sta dicht bij elkaar; en zoekt hulp (van Allah) in de ochtend en in de avond.”

En hij zei ook: “maak dingen makkelijk en maak ze niet moeilijk, wees aangenaam (verwelkomend) en wees niet afstotelijk.”

Het is overgeleverd van ‘Ata’ ibn Abi Rabah dat hij ibn ‘Umar hoorde zeggen:

“ik hoorde de boodschapper van Allah (vzmh) zeggen: “o muhajireen, er zijn vijf kwaliteiten, als je erdoor wordt beproefd en ze op je neerdalen, ik zoek mijn toevlucht bij Allah dat je ze meemaakt: nooit is immoraliteit in een volk verschenen totdat ze het openbaar maken, behalve dat er ziektes onder hen verschenen die niet bekend waren onder hun voorouders, en ze verminderden niet de maat (weegschaal: eerlijkheid in de handel), of ze werden gestraft met jaren van strengheid (tekort) in de voorziening, en onderdrukkende (wrede) koningen (leiders); en ze verhinderden niet de zakaat op hun rijkdom, of de regen werd voor hen verhinderden uit de hemel, en als het niet voor de dieren was, regende het helemaal niet; noch verbraken zij het verbond met Allah en het verbond met zijn boodschapper, of een vijand buiten hen werd tegen hen gestuurd die een deel nam van hun bezitting, en als hun imams (leiders) niet correct onder hen regeerden, zette hij ze tegen elkaar op”

Moge Allah ons zegenen; en jullie ook, in de geweldige koran; en moge hij ons ervan laten profiteren; en jullie ook van de verzen en wijze herinnering. Voorwaar! Hij is de almachtige, de gulle, lieve koning, goedertierend, lieflijk en genadevol.

Moge Allah onze broeders en zusters overal ter wereld die in marteling en ellende verkeren, compenseren met algehele vergiffenis en shahadah. Alsook iedere gelovige die geduldig heeft volgehouden in deze wereld omwille van Allah (subhanahu wa ta’ala).

Amien yaa rabbal alemien!