Inspiratie van de nacht van glorie
Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah al-Qadr:
[1] Voorwaar! Wij hebben haar nedergezonden in de nacht van glorie.
[2] En wat laat u weten wat is de nacht van glorie.
[3] De nacht van glorie is beter dan 1000 maanden.
[4] Daarin dalen de engelen en de geest met het bevel van hun heer voor elke beschikking.
[5] Vol vrede is het tot aan de dageraad.
Geachte broeders en zusters!
Dit is de derde khutbah van Ramadhân al-mubaarak. Vergeet niet de zikr van de laatste tien van ramadan:
Allahoemma innaka ‘affoewwoen toeh’ibboel ’afwa faa’foe ‘annie
(O Allah! U bent vergevensgezind. U houdt van vergeven. Vergeef ons dus).
De nacht van bestemming is de nacht van gaven, snufjes en zegeningen, zoals Allah (subhanahu wa ta’ala) de almachtige het beschrijft door te zeggen: {de nacht van bestemming is beter dan duizend maanden}, en de almachtige vertelt ons: “de engelen en de geest dalen daarin neer, met de toestemming van hun heer voor elke beschikking..”
Op deze gezegende nacht dalen de engelen met genade op de berouwvolle dienaren van Allah (subhanahu wa ta’ala) en degenen die ‘s-nachts staan te bidden, die het boek van Allah (subhanahu wa ta’ala) volgen; en aanbidden terwijl andere slapen;
Aldus heeft onze geliefde leider en profeet Mohammed Mustafa (salallahu alayhi wa salam) ons geleerd en geleid naar de deugd van deze gezegende nacht en zei, zoals vermeld staat in de twee betrouwbare boeken [Bukhari en Muslim]:
“degene die staat voor het gebed in de nacht van glorie (qadr) met geloof en hoop op beloning, dan wordt hem vergeven voor zijn vroegere zonden.”
Bij de interpretatie van deze verzen, noemde imam al-Qurtubi vele verslagen die de deugd van de nacht van bestemming laten zien, en wat de engelen doen met de dienaren van Allah (subhanahu wa ta’ala) die streven te staan om te bidden en hij haalde een gezegde aan van de heilige profeet overgeleverd door ibn Abbas (radi allahu anhu), waarin hij zei:
“wanneer het de nacht van glorie is, dalen de engelen neer, die de bewoners zijn van Sidratul-Muntaha, inclusief Jibriel (alayhi salaam). En zij hebben vier vlaggen met zich, waarvan ze plaatsen:
Één vlag op mijn graf [Madinah],
Één vlag op het heilige huis [Jerusalem],
Één vlag op de masdjidul-haraam [Makkah]
Één vlag op de berg Sinai.
En zij laten geen enkele gelovige man of vrouw zonder hen te saluteren, behalve de alcoholist, de eters van varkensvlees en degene die zich met saffraan kleurt.”
Hadieth: overgeleverd door Anas (radi allahu anhu) dat hij (salallahu alayhi wa salam) zei:
“wanneer het de nacht van glorie is daalt Jibriel in een gezelschap van engelen (uit de hemel), en ze zegenen en saluteren een ieder die staat of zit te bidden of te mediteren om Allah (subhanahu wa ta’ala) de allerhoogste te gedenken….“
Imam al-Razi verklaarde in de interpretatie van surah al-Qadr, overgeleverd door Ka’b (radi allahu anhu), die zei over de nacht van glorie, dat de engelen neerdalen met onze leider Jibriel (alayhi salaam) en er is geen engel behalve dat hij genade en barmhartigheid geeft aan de gelovigen, zodat er geen plek van de aarde meer is, behalve dat daarop een engel aanwezig is die staande of zittende is te bidden voor de gelovige mannen en vrouwen, en Jibriel (alayhi salaam) slaat niemand over van de mensen (gelovigen) behalve dat hij hun hand schud; en het teken daarvan van is: wie het haar van zijn huid rilt, of zijn hart word gevoelig, of zijn ogen gaan vloeien met tranen, dan is dat een teken van de handschudding van Jibriel (alayhi salaam).
Imam al-Bayhqi nam het van de leider van de gelovigen, “ameerul-mo’mineen” imam Ali bin Abi Talib (karram allahu wadjhah), die zei: “ik zweer bij Allah, ik heb Omar aangespoord om de qiyaam te doen in de maand ramadan”.
Er werd gevraagd: “en hoe was dat, o ameerul-mo’mineen?”
Hij zei: “ik vertelde hem dat er in de zevende hemel een bergplaats is wat de “bergplaats van heiligheid” wordt genoemd; daarin zijn er engelen die de geest (al-roeh) worden genoemd, en in een andere benaming worden ze de Ruhaniyyoen (spirituelen) genoemd. Dus wanneer het de nacht van glorie is, vragen zij toestemming van hun heer om naar de aarde te mogen gaan en hij machtigt hen om te gaan. Zij gaan dus geen moskee voorbij waarin er gebeden wordt of ze komen iemand tegen op hun pad behalve dat ze voor hen bidden, en zij, de mensen, worden getroffen door zegeningen van hen. Toen zei onze leider Omar ibn al-Khattab (radi allahu anhu) tegen hem: o Abbal-Hassan, laat ons de mensen aansporen om te bidden (de tarawieh) zodat zij die barakah (zegen) mogen krijgen. Toen gaf hij de mensen opdracht te staan (voor de extra salaat).
Overgeleverd van Abi Salmah [radi allahu anhu] die zei: “ik ging naar Abu Saeed al-Khudri [radi allahu anhu], en ik zei: “ga met ons mee naar de palm-bos en laat ons praten, dus ging hij naar buiten en zei: “vertel me wat heb je gehoord van de profeet over de nacht van glorie?” hij zei: de profeet (salallahu alayhi wa salam) deed de i’tekaaf in de eerste 10-dagen van ramadan en we deden ook mee met hem. Toen kwam Jibriel (alayhi salaam) tot hem en zei: datgene wat je zoekt ligt (nog) voor jou. Toen deed hij (salallahu alayhi wa salam) de i’tekaaf in de middelste 10-dagen en we deden ook mee met hem; toen kwam Jibriel (alayhi salaam) tot hem en zei: datgene wat je zoekt ligt (nog) voor jou. Toen stond profeet (salallahu alayhi wa salam) in de ochtend van de 20e en zei: “wie met de profeet (salallahu alayhi wa salam) i’tekaaf heeft gedaan mag terug gaan, want de nacht van qadr is aan mij gewezen, maar het was me ontgaan; maar het is in de oneven nachten van de laatste 10 van ramadan en ik zag alsof ik de sidjdah deed in stof en water.”
Moge Allah (subhanahu wa ta’ala) ons de kracht geven hem veel te gedenken en dat wij de spirituele voordelen mogen krijgen. We vragen om vergiffenis en entree in het paradijs in de gezelschap van de heilige profeet (salallahu alayhi wa salam), de metgezellen en al de heiligen (de saliheen).
Broeders en zusters!
In deze moeilijke dagen, laat ons niet vergeten wat er met de ummah gebeurt in Gaza, Palestina en in China, in Kashmir, in India en elders ….
Gelovigen zijn altijd achtervolgd geweest in het verleden; en we hebben gezien hoe Allah’s hulp (subhanahu wa ta’ala) kwam tot de gelovigen in het verleden! Maar we hebben ook meegemaakt hoe Allah (subhanahu wa ta’ala) soms dingen liet gebeuren, zoals “ashabul-ukhdud”. Soms kwam de hulp onmiddellijk en soms na een lange tijd. De joden en christenen verwachten ook een messias, net als de moslims; maar hun conceptie is heel anders dan wat de heilige profeet (salallahu alayhi wa salam) ons heeft geleerd. De islam zal zegevieren en dat is ons beloofd door het heilig woord van onze heer, (allahu rabbul alemien) en zijn waarachtige profeet Muhammad Mustafa (salallahu alayhi wa salam). Ramadan is hier om ons kracht te geven om strijd te voeren tegen onze nafs, zodat we daarna in staat zullen zijn om het kwaad te verslaan dat in de wereld aanwezig is.
Honger is de sterkste fysieke kastijding die de nafs kan disciplineren om gehoorzaam te worden en het nacht gebed “qiyamul-layl” is de sterkste geestelijke kastijding die de nafs kan disciplineren en sterker kan maken om het kwaad daarbuiten te bestrijden en te verslaan.
De heilige profeet heeft verteld dat we zo zwak zullen zijn, dat de vijanden van Allah (de ongelovigen) niet meer bevreesd zullen zijn van ons vanwege “al-wahn” en toen ze vroegen wat dat betekent, zei hij: “hubbud-dunya wa karahiyyatul maut” (liefde van de wereld en haat voor de dood). Als we niet correct vasten, zullen de demonen van hebzucht, gulzigheid, jaloezie, hoogmoed, discriminatie enzovoorts ons ervan weerhouden om elkaar te steunen op allerlei manieren; dus gaan er zoveel moslims dood aan honger, oorlog, ziekten enzovoorts omdat we maar blijven zitten op tonnen geld (miljarden) en zoveel middelen die moslims hebben, maar niet willen delen met anderen vanwege gebondenheid aan de dunya.
Moge Allah (subhanahu wa ta’ala) ons inspireren en kracht geven om met dit vasten al die amorele demonen weg te bommen. Pas op: de vijanden van het geloof zijn al bezig moslims weg te bommen en ze zijn van plan, zoals altijd, om ons allemaal weg te bommen, als Allah (subhanahu wa ta’ala) dat zou toestaan.
De islam zal zegevieren en als wij niet mee willen doen, dan zegt Allah (subhanahu wa ta’ala) in surah Muhammad:
Hier zijn jullie, zij, die worden uitgenodigd om te spenderen voor de zaak van Allah (subhanahu wa ta’ala); maar er zijn onder jullie degenen, die zich terug houden uit hebzucht. En wie gierig is, doet dat ten nadele van zichzelf. En Allah (subhanahu wa ta’ala) is de rijke/onafhankelijke, terwijl jullie de armen/behoeftigen en afhankelijk zijn. En indien jullie je afwenden, zal hij jullie vervangen door een ander volk; dan zullen zij niet zijn zoals jullie.
Tot slot, broeders en zusters. Laat ons bidden voor onze broeders en zusters in Gaza. Laat ons ze steunen met geld, goederen, levensmiddelen en met onze constante gebeden!