Vaarwel, Ramadan, maand van Siyaam & Qiyaam:
Alle lof zij Allah (subhanahu wa ta’ala), de heer der werelden; wij prijzen hem en smeken zijn hulp en vergiffenis; wij geloven in hem en stellen geheel onze vertrouwen op hem; wij smeken Allah’s bescherming (subhanahu wa ta’ala) tegen het kwaad in ons zelf en de kwade gevolgen van onze daden. Wie Allah (subhanahu wa ta’ala) recht leidt kan door niemand misleid worden en wie hij laat om te dwalen kan door niemand geleid worden.
Ik getuig dat er geen ander god is behalve Allah (subhanahu wa ta’ala); Hij is enig zonder genoten; er is geen gelijk aan Hem; geen gelijkenis van Hem; geen zoon heeft Hij en er is niets dat op Hem lijkt. En ik getuig dat onze leider, onze profeet, Muhammad Mustafa (salallahu alayhi wa salam) de knecht is van Allah (subhanahu wa ta’ala) en zijn ware boodschapper. Hij was gezonden naar de gehele mensheid (in het bijzonder) en naar de gehele schepping (in het algemeen), als aankondiger van een blijde boodschap en als waarschuwer alvoor de dag des oordeels.
Wie gehoorzaam is aan de boodschapper van Allah (salallahu alayhi wa salam), is reeds gehoorzaam aan Allah (subhanahu wa ta’ala), en wie opstandig en ongehoorzaam is aan Allah (subhanahu wa ta’ala) en zijn boodschapper doet niemand kwaad dan zichzelve, en kan Allah (subhanahu wa ta’ala) niet eens in het geringste kwaad doen.
Moge de vrede, zegeningen en salutaties van Allah (subhanahu wa ta’ala) met hem zijn. En met zijn vrome en pure nakomelingen en zijn schitterende metgezellen. En allen die in hun voetsporen volgen in al het goede tot op de laatste dag; en veel meer salutaties hierna. (ammaa ba’d).
O dienaren van Allah (subhanahu wa ta’ala)! Vreest Allah (subhanahu wa ta’ala) en wees voorzichtig met uw plicht jegens Allah (subhanahu wa ta’ala). Ik adviseer jullie en mezelf om godvrezend te zijn jegens Allah (subhanahu wa ta’ala), de heer van macht en majesteit; want voorwaar! Allah (subhanahu wa ta’ala) heeft bepaalde zaken opgelegd, doe ze dan; en hij heeft bepaalde zaken verboden, laat ze dan. En Allah (subhanahu wa ta’ala) de allerhoogste heeft gesproken in zijn glorieuze woord, de nobele Qur’an, in surah Ali ‘Imran (3:102):
[102] O jullie die geloven! Vreest Allah (subhanahu wa ta’ala) zoals het behoort en sterft niet anders dan als moslims.
Geachte broeders en zusters!
Dit is de laatste – tevens vaarwel – khutbah van Ramadan al-Mubaarak. De moslim ummah is vandaag verspreid over de gehele wereld en is aan het groeien! De satanische jinns en satanische mensen zijn radeloos.
We gaan nu een tijd tegemoet waarin er een botsing zal plaatsvinden tussen de ideologieën. Je zal merken dat de aanhangers van diverse ideologieën en godsdiensten nu sterker gaan vasthouden aan wat ze geloven. Als we van Ramadan geprofiteerd hebben dan moeten we nu geestelijk sterker zijn om de verleidingen van de “dunya” te weerstaan.
Behalve de godsdiensten zijn er ook nog politieke systemen van staatsbeheer. De democratie wordt grootschalig gepromoveerd als het beste systeem van menselijke beschaving. Daar tegenover is het socialisme en de monarchie. Dat zijn verschillende ideologieën; en dat is precies wat de qur’anische term “deen” beduidt.
De islam heeft het gilaafah systeem, wat zwart wordt gemaakt door de media en de ISIS is gecreeerd [en dit is geen geheim meer] om de massa’s bang te maken van een islamitisch systeem gebaseerd op gilaafah. In Algerije en recentelijk Egypte is het reeds bewezen dat, al zou er in welk moslim land dan ook, de verkiezing eerlijk, “democratisch” gewonnen worden door een politieke partij die de gilaafah wil invoeren, het niet geaccepteerd of getolereerd zal worden. De niet-moslims hebben reeds gemerkt met verbazing hoe verdeeld de ummah is, en hoe onze hulpverlening voor elkaar zeer gering is vergeleken met de rijkdom in de moslims wereld.
Moslims moeten verenigd worden en het schijnt dat we zitten te wachten op de “beloofde” imam al-Mahdi om dat te kunnen doen, terwijl wij ons nu al moeten verenigen!
Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah Ali ‘Imran (3:102):
[102] o jullie die geloven! Vreest Allah (subhanahu wa ta’ala) zoals het hoort. En sterft niet anders dan als moslims.
Anders verwoord:
Weest bewust van uw plichten jegens Allah (subhanahu wa ta’ala), zoals het hem betaamt en sterft niet anders dan in de staat van volle overgave aan de wil van Allah (subhanahu wa ta’ala)!
Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah Ali ‘Imran (3:103):
[103] en houdt jullie allen tezamen (stevig) vast aan het koord (het woord) van Allah (subhanahu wa ta’ala) en weest niet verdeeld. En gedenkt de gunst van Allah (subhanahu wa ta’ala) die hij jullie schonk toen jullie vijanden waren van elkaar en hij dus jullie harten verenigde en jullie door zijn gunst broeders werden. En jullie waren op de rand van een vuurput toen hij jullie redde daarvan. Zo maakt Allah (subhanahu wa ta’ala) zijn tekenen voor jullie duidelijk zodat jullie de leiding zullen volgen.
Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt in surah Anfaal (8:46-47):
[46] En gehoorzaamt Allah (subhanahu wa ta’ala) en zijn boodschapper. En redetwist niet met elkaar, anders zullen jullie laf worden en jullie kracht zal vergaan; en weest geduldig en volhardend, want Allah (subhanahu wa ta’ala) is met de geduldigen.
(47). En weest niet als degenen die onbeschaamd van hun huizen gingen om door de mensen gezien te worden en om anderen van het pad van Allah (subhanahu wa ta’ala) af te leiden. En Allah (subhanahu wa ta’ala) omvat alles wat zij doen.
Wat staat ons in de weg om te verenigen en te bundelen? Het is maar een woord: de “nafs”. Ramadan was gekomen om ons te helpen deze “afgod” te onderwerpen. En nu staat Ramadan op vertrek. We hebben nog een korte tijd. Maak de resterende tijd levend met zikrullah en de dagen vol met goede daden, waaronder voorbeeldig gedrag, geen geroddel en veel vergeving van je naaste mens. Weerhoudt je eetlust en andere lusten; waak over je ogen en reciteer de Qur’an veelvuldig en bestudeer de verzen om beter te begrijpen wat voor boodschap Allah (subhanahu wa ta’ala) ons heeft gestuurd.
Dit is de vaarwel khutbah van Ramadan.
We weten niet als we de volgende Ramadan zullen zien. Hoe zalig waren ze en nog steeds zijn de dagen en nachten van Ramadan vol zegen en licht. En we zeggen:
Alwidaa, alwidaa vaarwel! Vaarwel! O Ramadan!
O maand van vasten en recitatie van de Qur’an.
Alwidaa, alwidaa vaarwel! Vaarwel! O Ramadan!
O maand van de suhoer aan ’t begin van de vast en de iftaar aan het einde van de vast van elke vastendag.
Alwidaa, alwidaa vaarwel! Vaarwel! O Ramadan!
O maand van het trainen van onze nafs en gedachtenis van Allah (subhanahu wa ta’ala) en het reciteren van het heilig boek van Allah (subhanahu wa ta’ala).
Over de zakaat-ul-fitr (overgeleverd door Ibn Abbas (radi allahu anhu)):
De boodschapper van Allah (salallahu alayhi wa salam) heeft de zakaat-ul-fitr verplicht gemaakt als een reiniging voor de vastenden tegen ijdel en onbeduidend gepraat en als voedsel voor de behoeftigen. Dus wie het uitgeeft vóór het [Eid] gebed, dan is het van hem geaccepteerd als zakaatul-fitr; maar wie het ná het gebed geeft, dan wordt het berekend als een gewone aalmoes.
Tot slot broeders en zusters! Laat ons bidden voor onze broeders en zusters in Gaza. Laat ons hen steunen met geld, goederen, levensmiddelen en onze constante gebeden!