Samenvatting Jummah Khutbah 5-5-2023

Khutbah  over “Tazkiyah ” – Zielsreiniging

En geen enkele lastdrager zal de last van een ander dragen. En als een zwaar beladen persoon (om hulp) oproept om zijn last te dragen, zal er niets van gedragen worden, zelfs als het een naaste familielid zou zijn. Voorwaar! Je kunt alleen hen waarschuwen die hun heer vrezen in het geheim en het gebed hebben ingesteld. En wie zichzelf zuivert/reinigt, zuivert/reinigt alleen zichzelf. En tot Allah (subhanahu wa ta’ala) is de terugkeer. [surah 35: 18].

Een groot deel van het opbouwen van de moslim persoonlijkheid komt van de islamitische fundamentele bron: al Tazkiyah of de zuivering van hart en ziel. Door Tazkiyah komt spirituele gezondheid en moraliteit. De eigenschappen van het liefhebben van Allah (subhanahu wa ta’ala) en zijn profeten, het reciteren en beoefenen van de 99 eigenschappen van Allah (subhanahu wa ta’ala), het toepassen van de deugden van mededogen en barmhartigheid, het welzijn van je broer of zuster in islam hoger houden dan jezelf, vrijgevigheid, vroomheid, betrouwbaarheid en nog veel meer zijn consequente deugden van Tazkiyah.

De vermelding van al Tazkiyah  in al-kor’an: surah 62:2:

Hij is het die onder de ongeletterden een boodschapper heeft verwekt die zijn tekenen onder hen verkondigt en hen zuivert en hun het boek en de wijsheid onderwijst, ofschoon zij voorheen in openbare dwaling verkeerden. [62.2].

Dat wil zeggen dat na het presenteren van de tekenen van Allah (subhanahu wa ta’ala) er een zuiveringsprocedure plaatsvindt. De harten moeten gereinigd worden. Het denken van de mensen moet gereinigd worden. Met de presentatie van de tekenen onder andere de verzen van het boek van Allah (subhanahu wa ta’ala) worden er nieuwe gedachten voortgebracht met nieuwe kennis, alsook de bevestiging van bestaande correcte informatie van vorige openbaringen die vergeten waren of die verworpen waren. Zo wordt de gedachtewereld gezuiverd van foutieve ideeën en informatie; taboes en bijgeloof die ongegrond waren.  De tweede stap in de missie van de profeet (salallahu alayhi wa sallam) is de reiniging van de harten van geloof en aanbidding van valse afgoden.

Het hart is het meest belangrijke orgaan van de mens en als dat gereinigd is van foutieve/valse toewijding en verbintenis, dan komt het tot de ware en correcte toewijding tot Allah (subhanahu wa ta’ala). Dan pas is het bereid om de kennis van het boek van Allah (subhanahu wa ta’ala) te leren en daarna volgt de wijsheid. Dan pas komt het hart tot rust. Allah (subhanahu wa ta’ala) zegt:

En degenen die niet geloven, zeggen: “waarom is hem geen teken van zijn heer neder gezonden?” zeg: “Allah (subhanahu wa ta’ala) laat dwalen wie hij wil en leidt tot zichzelf degene die zich bekeert.” [13.27] (dat zijn degenen die geloven en wier harten rust vinden in de gedachtenis van Allah (subhanahu wa ta’ala). Voorwaar! In de gedachtenis van Allah (subhanahu wa ta’ala) komen de harten tot rust. [13: 27-28].

Degenen die door Allah (subhanahu wa ta’ala) geliefd willen zijn en het succes in deze wereld en in het hiernamaals willen bereiken, moeten groeien en nooit ophouden Tazkiyah in acht te nemen en te beoefenen. Dit feit wordt heel duidelijk als Allah (subhanahu wa ta’ala) zijn aanspraak maakt op Tazkiyah in de volgende verzen in surah Al-shams:

Hij slaagt die het zuivert, en Hij faalt wie het verderft!

Voorafgaand aan deze twee verzen, zwoer Allah (subhanahu wa ta’ala) zeven keer de nadruk op de ultieme belofte dat het Tazkiyah is die een belangrijke rol speelt in de succes van de gelovige. Hier is de vertaling van de verzen 1 tot en met 10 van surah al shams (91).

Bij de zon en haar ochtend-glorie

Bij de maan wanneer zij hem (de zon) volgt.

Bij de dag wanneer die zijn glorie onthult; 

Bij de nacht wanneer zij haar (de aarde) bedekt.

Bij de hemel en wie haar gemaakt heeft.

Bij de aarde en wie haar uitgespreid heeft.

Bij de ziel en wie haar vervolmaakt heeft.

Hij heeft haar zondigheid (fudjoer) en haar vroomheid (taqwa) geïnspireerd.

Hij heeft geslaagd die haar (de nafs) zuivert 

En hij heeft gefaald die het bederft

Ibn abbas (r.a) heeft overgeleverd dat wanneer de boodschapper van Allah (subhanahu wa ta’ala) dit vers las:

Hij heeft geslaagd die het zuivert, en

Hij heeft gefaald die het bederft!

Hij stopte met reciteren en zei: o Allah (subhanahu wa ta’ala), geef aan mijn “nafs” haar vroomheid (taqwa), want u bent haar bewaker en meester, en de beste reiniger.”

Ook ahmad meldde in zijn masnad (bron van profetische tradities) dat ummul-mo’minien sayyidatuna A’isha “siddieqah” (radi allahu anhu), vrouw  van de profeet (salallahu alayhi wa sallam) zei dat ze op een nacht de profeet (salallahu alayhi wa sallam) niet in zijn bed vond. Met haar handen, tastend in het duister, vond ze de profeet (salallahu alayhi wa sallam) in gebed, neerknielend en zeggende:

“o mijn heer, geef aan mijn “nafs” haar vroomheid (taqwa), en zuiver haar, want u bent de beste zuiveraar, u bent de bewaker en de meester van haar.”

De boodschappers van Allah (subhanahu wa ta’ala), de geleerde en vrome mannen en vrouwen, de auliyaa, die rijk zijn aan spiritualiteit, vroomheid en leiding, zijn de leraren die de mensen helpen Tazkiyah te bereiken.

Het gedenken van Allah (subhanahu wa ta’ala), zikrullah:                      

Een van de belangrijkste bestanddelen van Tazkiyah

Is zikrullah (het gedenken van Allah (subhanahu wa ta’ala)). Zikrullah of gewoon zikr is een verzamelterm die wordt gebruikt om een ​​ manieren weer te geven waarop een moslim zich in zijn hart (in zichzelf) en op allerlei manieren Allah (subhanahu wa ta’ala) herinnert/ gedenkt, leeft en dichter tot Allah (subhanahu wa ta’ala) komt. Het woord gedenken alleen maakt de betekenis van het woord zikr niet helemaal duidelijk.  Zikr is dus meer dan een herinnering aan iets in het geheugen. Zikr is een middel dat mensen helpt geestelijk te ontwikkelen met een verlicht hart, volledig in beslag genomen door concentratie en meditatie op Allah (subhanahu wa ta’ala) en zijn eigenschappen zoals Allah (subhanahu wa ta’ala) ons heeft verteld:

[13.27] en de niet gelovigen zeggen: “waarom is hem geen teken van zijn heer neder gezonden?” zeg: ” Allah (subhanahu wa ta’ala) laat dwalen wie hij wil en leidt tot zichzelf degene die zich bekeert.” [13.28] (dat zijn degenen die geloven, en wier harten rust vinden in de gedachtenis van Allah (subhanahu wa ta’ala). Voorwaar! In de gedachtenis van Allah (subhanahu wa ta’ala) komen de harten tot rust.

Verder is overgeleverd dat de profeet (salallahu alayhi wa sallam) zei:

“het geloof van een dienaar zal niet juist, volledig en oprecht zijn, tenzij zijn hart recht en volledig toegewijd is aan het liefhebben van Allah (subhanahu wa ta’ala), liefdevol gehoorzaam zijn aan Allah (subhanahu wa ta’ala) en een totale afkeer om hem ongehoorzaam te zijn).”

Shaddad ibn aws heeft overgeleverd dat de profeet (salallahu alayhi wa sallam) in de salaat aan Allah (subhanahu wa ta’ala) vroeg om een ​​hart in ontzag voor hem, vrij van angst en opwinding van de zonde, zeggende: “ik vraag u, o Allah (subhanahu wa ta’ala) om een ​​goed hart.”

De 99 nobele eigenschappen van Allah (subhanahu wa ta’ala) zijn de hemel van spirituele verrijking. Elke nobele eigenschap is een instelling die over Allah (subhanahu wa ta’ala) spreekt. Een ware gelovige houdt meer van Allah (subhanahu wa ta’ala) dan alle dingen en daarom zullen deze nobele eigenschappen een persoon in staat stellen om betrouwbaar, eerbaar, wijs, welwillend, succesvol, nederig en met ontzag voor Allah (subhanahu wa ta’ala) te zijn. Als gevolg van deze kennis en het nauwlettend volgen van Allah’s (subhanahu wa ta’ala) eigenschappen worden rechtschapen daden natuurlijk in een persoon en worden slechte daden zeldzaam. Dit resultaat komt natuurlijk voort uit de zikr en daardoor diepe kennis van Allah (subhanahu wa ta’ala) en zijn eigenschappen. Het is het woord van Allah (subhanahu wa ta’ala):

[3.79] het betaamt een mens (profeet) niet, als Allah (subhanahu wa ta’ala) hem het boek en het gezag en de profeetschap geeft, dat hij dan tot de mensen zou zeggen: “weest mijn dienaren buiten/ naast Allah (subhanahu wa ta’ala)’; maar (veeleer): “weest goddelijk [toegewijd aan uw heer], daar gij het boek onderwijst en het zelf bestudeert.”

Het is overgeleverd v/d profeet (salallahu alayhi wa sallam) dat hij zei: er is geen enkele gelovige, man of vrouw, vrij of slaaf, behalve dat Allah (subhanahu wa ta’ala) de almachtige het recht heeft dat hij/zij van de kor’an wat leert en zijn religie probeert te begrijpen; – toen reciteerde hij dit vers – maar wees goddelijk [toegewijd aan uw heer]-[de vers]. Overgeleverd door ibn ‘Abbas.